Lucht- en contactgeluid

Geluidsisolatie met massa.
Als geluid buiten een ruimte radicaal moet worden verminderd, moet het geluid worden tegen gehouden. Er moet dan geluidsisolatie worden aangebracht. 

Met geluidsisolatie wordt in het algemeen massa bedoeld. Steen of beton hebben veel massa. Hoe meer massa hoe meer geluidsisolatie.
Door verdubbeling van de massa neemt de geluidsisolatie praktisch 3 tot 4 dB toe.
Dit komt omdat geluid ook door bijvoorbeeld door de zijwanden, de vloer en het plafond (flankerende geluidsoverdracht) in een naast gelegen ruimte komt.

• Praktisch voorbeeld:
• R = 40 dB voor m = 100 kg/m²
• dus R = 44 dB voor m = 200 kg/m² (voorbeeld: 8 cm dikke wand van gewapend beton)
Dankzij deze verhouding kan men zich snel een beeld vormen van het isolatievermogen van een wand. Vanwege de "kritieke frequentie" mag men zich echter niet uitsluitend op deze wet baseren. Zie onze website bij: Hoe werkt geluidsisolatie (en hoe niet).

Als er een ruimtescheiding is van beton, met een gewicht van 240 kg/m2, dan moet deze wand/vloer dus met 240 kg/m2 worden verzwaard om de geluidsisolatie met 3 to 4 dB te verbeteren. Het verzwaren van een betonvloer met 240 kg/m2 is echter in de praktijk niet erg realistisch.

Is er een geluidsisolerende omkasting van bijvoorbeeld 18 mm. multiplex, dan zal de geluidsisolatie door het aanbrengen van een extra laag 18 mm. multiplex dus praktisch met 3 tot 4 dB verbeteren, 
Wil je de massa weer verdubbelen, dan zijn nu dus twee extra platen multiplex nodig.

In een omkasting zijn meestal openingen noodzakelijk voor de lucht toevoer en –afvoer. Door deze openingen komt weer geluid naar buiten, zodat geluiddempers in de openingen moeten worden geplaatst. Gelet op de (grote) geluidsbijdrage van deze openingen, is het verzwaren van de omkasting alléén meestal niet de oplossing van het probleem.

Geluidsisolatie  - Massa-veer-massa principe.
Bij het verbeteren van de geluidsisolatie van wanden worden dan ook lichte (voorzet)wanden geplaatst, die geluid isoleren volgens het massa-veer-massa principe. De lichte massa “veert dan mee” met het geluid.
Om een goede geluidsisolatie te bereiken mag een voorzetwand echter geen akoestisch contact maken met de achterliggende bestaande wand. Ook de dragers (de veer) van de voorzetwand mogen niet te stijf zijn om zo min mogelijk geluidstrillingen door te geven. In de spouw moet altijd geluidsabsorptiemateriaal worden aangebracht zoals glaswol of steenwol. Het absorptiemateriaal in de spouw vangt die trillingen op en fungeert als een schokdemper. Sterk verzwakt wordt het geluid vervolgens doorgegeven aan de tweede massa. Vaak worden metalen dragers (zogenaamde Metal-Stud profielen) gebruikt met als massa 1 of 2 lagen gipskartonplaten. 

Dragers van hout kan natuurlijk ook, maar de geluidisolatie neemt sterk af wanneer de metalen draagstructuur vervangen wordt door een houten draagstructuur. De houten structuur zorgt voor starre contacten tussen beide platen, terwijl de metalen structuur zodanig is vormgegeven dat er slechts een beperkte trilling overdracht plaats vindt.
Metal Stud profiel is gewoon in de reguliere bouwmarkt verkrijgbaar.
Voorzetwand met Metal Stud en gipskartonplaten.

Pas echter op met een voorzetwand voor een  bestaande dubbelwandige constructie.
Zie "Tripple leaf constructies" in het hoofdstuk "Hoe werkt luchtgeluidsisolatie (en hoe niet)" .
Bij geluidsisolatie door massa-veer-massa systemen kan je met weinig massa toch een redelijke geluidsisolatie krijgen. 
Maar ook hier gelden de beperkingen van de flankerende geluidsoverdracht.
Flankerende geluidsoverdracht kan worden beperkt door het aanbrengen van voorzet constructies voor de overige wanden, het plafond en de vloer. Je krijgt dan een zogenaamde doos in doos constructie.

Principe van een doos-in-doos constructie. De hiervoor noodzakelijke materialen zijn meestal niet allemaal in de reguliere bouwmarkt verkrijgbaar.
Luchtgeluid en contactgeluid bij vloeren.
Luchtgeluid verspreidt zich via de lucht zoals spreken, zingen of een muziek instrument zoals bijvoorbeeld een trompet.
Contactgeluid wordt verspreid via een vast medium. Er ontstaan dan trillingen in de vloer. Contactgeluid wordt het best zo dicht mogelijk bij de bron aangepakt. Voorbeelden: voetstappen, verschuiven van een stoel.
Om de geluidsisolatie van een vloer/plafondconstructie te verbeteren kan de vloer worden voorzien van een zwevende dekvloer.

Bij een betonnen plafond is de extra luchtgeluidsisolatie die die kan worden verkregen lager dan de extra isolatie die wordt verkregen bij een houten constructie. Dat heeft ermee te maken dat een betonnen plafond al een grote massa van zichzelf heeft en dus al veel luchtgeluid tegenhoudt.

Zoals eerder vermeld gedraagt de luchtgeluidsisolatie zich volgens de Massawet.
Jammer genoeg bestaat er geen eenvoudige wet om de isolatie tegen contactgeluid van een muur of een vloer te voorspellen. Hiervoor is een experimentele geluidsmeting de enige oplossing.

In de woningbouw is ongeveer 90% van de zwevende dekvloeren bedoeld om de contactgeluidsisolatie te verbeteren. Zwevende dekvloeren verbeteren voornamelijk de contactgeluidisolatie en in beperkte mate de luchtgeluidisolatie.

Een zwevende dekvloer bestaat uit een dekvloer die rust op (thermisch en/of akoestisch) isolatiemateriaal en die rondom los is gehouden van alle opgaande constructies en leidingen die direct contact maken met de draagconstructie, zoals (dragende) wanden en kolommen.
Voor de dekvloer worden twee systemen onderscheiden: 'natte' dekvloeren en 'droge' dekvloeren.
'Natte' dekvloeren bestaan over het algemeen uit cementgebonden of calciumsulfaat gebonden materiaal. Dat wordt aangebracht door te gieten of te smeren.
Bij 'droge' systemen bestaat de deklaag uit gipsvezel- of houtvezelplaten.
Akoestisch isolatiemateriaal zorgt voor een akoestische scheiding van de draagvloer en de dekvloer. Dit akoestisch isolatiemateriaal vormt de constructieve ontkoppeling van draagvloer en dekvloer.
Principe van een droge dekvloer met geluidsisolerend plafond. De hiervoor noodzakelijke producten zijn meestal allemaal in de reguliere bouwmarkt verkrijgbaar.
Principe van een natte dekvloer. De hiervoor noodzakelijke "verende tussenlaag" is niet altijd in de reguliere bouwmarkt verkrijgbaar. 
Om luchtgeluid te isoleren wordt een vrijdragend geluidsisolerend plafond aangebracht. Zo'n geluidsisolerend plafond werkt twee kanten op en moet ook voldoen aan het massa-veer-massasysteem.
Ook hier kunnen zogenaamde Metal-Stud profielen als dragers gebruikt. Deze Metal-Stud profielen steunen dan alleen tegen de wanden.
Als de overspanning te groot wordt, worden de dragers aan trillingdempers gehangen.
Als massa worden meestal weer gipskartonplaten gebruikt en in de spouw komt geluidsabsorptiemateriaal zoals glaswol of steenwol. Net als bij voorzetwanden dus.

Een verlaagd plafond is bedoeld ter verbetering van de luchtgeluidsisolatie. De resultaten van een verlaagd plafond ter verbetering van de contactgeluidsisolatie, zal meestal tegenvallen. 
Vrijdragend Metal-Stud plafond volgens het massa-veer-massasysteem. De hiervoor noodzakelijke materialen zijn meestal in de reguliere bouwmarkt verkrijgbaar.

Pas echter op met een verlaagd plafond onder een bestaand plafond.
Zie onze website bij  "Tripple leaf constructies" in het hoofdstuk "Hoe werkt luchtgeluidsisolatie (en hoe niet)" .

Enkele isolatie begrippen


Geluidsisolaatsie Rw (laboratoriumwaarde).

In de gegevens van leveranciers wordt vermeld dat de geluidsisolatiewaarde Rw verhoogd door het plaatsen van een extra wand. Deze informatie klopt, maar er zit een addertje onder het gras.

 

Rw waarden worden in een laboratorium bepaald, volgens EN ISO 717-1 en worden uitgevoerd in de frequentiebanden tussen de 100 Hz en 3150 Hz. Deze isolatiewaarden zijn globale waarden en zeggen dus niets over de geluidsisolatie van lage tonen van bijvoorbeeld muziekgeluid. 

 

Conform EN ISO 717-1 kan de beoordeling van de Rw-waarde worden aangevuld met twee correctietermen (C en Ctr) om verschillende soorten geluid uit twee geluidsspectra bij de meting mee te wegen. 

Deze twee correctietermen C en Ctr worden bepaald bij een frequentiebereik van 50–5000 Hz. 

 

De term Rw + C geeft meer informatie over geluidsisolatie van geluid met weinig laagfrequente componenten (bv. snel wegverkeer, snel spoorverkeer, leefactiviteiten, spraak, spelende kinderen).

 

De term Rw + Ctr geeft meer informatie over geluidsisolatie van geluid met sterk laagfrequente geluidsbronnen (b.v. stadsverkeer, traag spoorverkeer, Popmuziek).

 

De geluidsisolatie van muziek volgens het Housespectrum of het Ultrabas spectrum kunnen met alleen de informatie van Rw +Ctr niet worden beoordeeld, omdat bij deze spectra extra veel laagfrequente componenten aanwezig zijn..

 

Geluidsisolaatsie Rw in de praktijk wordt R'w genoemd.

In de praktijk is de geluidsreductie de waarde voor de gehele samengestelde constructie.

Hoeveel geluid er wordt geïsoleerd in de praktijk, dus in de werkelijke situatie wordt aangegeven als een R’w waarde van een deur of wand (dus niet Rw maar R’w).

 

Het verschil tussen Rw en R’w is daarmee afhankelijk van de manier van inbouwen. Bijvoorbeeld door onregelmatigheden, oneffenheden, slecht vullen van de wand, slechte aansluitingen, geluidslekken die invloed hebben op de geluidswering van het element, omloopgeluid via de plafonds en ventilatiekanalen en flankerende geluidstransmissie.

In de praktijksituatie wordt dus bijna nooit de in het laboratorium bepaalde Rw waarde behaald.

 

DnT,A versus R'w.

De geluidwering van een scheidingsconstructie moet vanaf 1 januari 2024 worden bepaald volgens de Nederlandse norm NEN5077 -2019. De geluidwering wordt uitgedrukt in het genormeerde lucht-geluidniveauverschil tussen zend- en ontvangruimte (DnT,A).

Een DnT,A, waarde zegt iets over de geluidswering tussen twee ruimtes in de praktijk. Het gaat dus niet alleen om de geluidswering van een wand maar zegt ook iets over de plafonds, de vloer, de omvang van het vertrek, de kwaliteit van de montage en andere gebruikte materialen.

Kortom, Rw en DnT,A, zijn wezenlijk verschillend en dus ook niet in elkaar om te rekenen.

 

DnT,A,k versus R'w.

Indien de DnT,A waarde wordt gecorrigeerd voor de invloed van de afmetingen van de ontvangruimte en het gemeenschappelijke oppervlak van de scheidingsconstructie wordt het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil DnT,A,k (met de k van karakteristiek) verkregen.

De waarde DnT,A,k is vaak vrijwel gelijk aan R'w.

 

Als een bestek beoogt om een goed eindresultaat te verkrijgen dan is het dringend aanbevolen om de isolatie eis te formuleren in DnT,A of DnT,A.k. Dan kan er nooit verwarring ontstaan. De scheidingsconstructie wordt dan beoordeeld als één geheel, materialen, ontwerp en uitvoering.


Share by: