Wanneer een geluidsrapport ?

Bedrijven - Omgevingswet.

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 heeft elke gemeente 1 omgevingsplan voor haar grondgebied.
Het omgevingsplan bevat de gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving. 

Voor een aantal situaties is het volgens het tijdelijk deel van het omgevingsplan verplicht dat een rapport van een geluidonderzoek wordt ingediend. 

In de volgende gevallen is het verplicht een geluidonderzoek uit te voeren

- als tussen 19.00 uur en 7.00 uur meer dan vier transportbewegingen plaatsvinden met motorvoertuigen die zwaarder zijn dan 3.500 kilo (incl. laadvermogen) en binnen 50 meter van de locatiegrens geluidsgevoelige objecten aanwezig zijn. Dit geldt niet voor openbare tankstations en horecabedrijven. Voor een activiteit waarvan agrarische activiteiten de kern is geldt hetzelfde, maar dan tussen 19.00 en 6.00 uur.
- bij het opwekken van elektriciteit met een windturbine met een rotordiameter van meer dan 2 m, bedoeld in artikel 3.11 Besluit activiteiten leefomgeving
- bij overslag van metalen in bulk in de buitenlucht of het mechanisch bewerken van metalen in de buitenlucht
- bij het reinigen van afvalwater door waterstraal- of oppervlaktebeluchters met een capaciteit van 120.000 vervuilingseenheden of meer
- bij het neutraliseren van airbags of gordelspanners door deze te ontsteken
- bij het vervaardigen van betonmortel of betonwaren
- bij een binnenschietbaan als de afstand van de binnenschietbaan tot het dichtstbijzijnde geluidgevoelige gebouw kleiner is dan 50 m
- bij een buitenschietbaan als bedoeld in artikel 22.79 Bruidsschat omgevingsplan.
- iemand moet ook een geluidonderzoek verrichten als het op basis van de aard van de activiteit, aannemelijk is dat:
in enig vertrek op de locatie waar iemand de activiteit verricht het equivalente geluidniveau (LAeq) veroorzaakt door de ten gehore gebrachte muziek in de representatieve bedrijfssituatie, meer bedraagt dan:
70 dB(A), als dit vertrek in- of aanpandig ligt met geluidgevoelige gebouwen
80 dB(A), als de vorige bullet niet van toepassing is; of
- in de buitenlucht of op een open terrein muziek ten gehore zal worden gebracht

Uit het rapport van een akoestisch onderzoek, moet op grond van verrichte geluidsmetingen of geluidsberekeningen blijken of wordt voldaan aan de regels voor geluid.
In het rapport moet worden aangegeven welke voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat de regels voor geluid worden overtreden.
Zo nodig moet in het rapport rekening worden gehouden met de ruimtelijke onderbouwing.
 
Het kan dan noodzakelijk zijn dat voorzieningen aan machines en installaties of aan de bouwkundige schil moeten worden aangebracht. 
Als u voorzieningen om bijvoorbeeld financiële redenen of wat voor reden dan ook niet kunt realiseren, wil het bevoegd gezag weten binnen welke beperkingen de exploitatie wel mogelijk is. Werkzaamheden moeten dan worden beperkt of er moeten  maximaal toelaatbare muziekniveaus worden vermeld.

Op grond van de omgevingswet moeten alle geluidsbronnen van alle activiteiten worden beoordeeld en de geluidsniveaus moeten bij elkaar worden opgeteld, voordat aan de geluidsnormen wordt getoetst.
Alle geluidsbronnen moeten derhalve in kaart worden gebracht en worden beoordeeld. Als dus door muziek een geluidsrapportage moet worden gemaakt, dan moeten tevens koelinstallaties, ventilatoren, machines,  laad- en losactiviteiten e.d. mede worden beoordeeld..

Voor uw bedrijf is het daarom van groot belang om de akoestische eigenschappen van een locatie tijdig en goed in kaart te brengen. Een geluidsonderzoek vooraf geeft u de informatie om weloverwogen besluiten te kunnen nemen.
De financiële gevolgen zijn desastreus als na opening van een bedrijf blijkt dat alsnog akoestische voorzieningen moeten worden aangebracht.
De kosten voor het aanbrengen van akoestische voorzieningen achteraf zijn meestal vele malen hoger. Nog maar niet te spreken over investeringsverlies door de sloop van splinternieuwe wanden en plafonds en het omzetverlies door sluiting tijdens het aanbrengen van aanpassingen in constructies of van machines en ventilatoren.
Voorts werken financieringsinstellingen niet erg mee als naderhand om extra financiële ruimte wordt gevraagd.
   
Laat voordat u een contract tekent, een geluidsrapport opstellen. U weet dan voor een klein bedrag vooraf of
de locatie aan uw wensen voldoet, of dat eerst grote investeringen noodzakelijk zijn. 

HGI kan voor een beperkt bedrag vooraf een eenvoudige geluidsmeting uitvoeren om de akoestische situatie in beeld te brengen.  Bel eens met Lodewijk Koenraads, telefoon 06-53 95 04 09.

Woningsplitsing.
Bij het omzetten van zelfstandige woonruimten naar onzelfstandige woonruimten, bij woningsplitsingen en bij verbouwingen kan het noodzakelijk zijn dat de constructies moeten worden getoetst aan de gestelde bouweisen.
Deze bouweisen kunnen per gemeente verschillen. Er zijn gemeenten die eisen stellen van 5 dB minder dan nieuwbouw eisen, maar er zijn ook gemeenten die nieuwbouw eisen stellen.

Verenigingen van Eigenaren.
Tussen woningen is vaak een slechte geluidsisolatie, waardoor buren overlast ondervinden.
Dit geldt voor oudere woningen en met name voor vooroorlogse woongebouw. Maar ook in nieuwbouw woningen wordt geluidsoverlast ondervonden.

Naast de geluidseisen in de bouwwetgeving kunnen ook regels zijn gesteld op grond van verenigingsstatuten. Zo zijn bij een Vereniging van Eigenaren (VvE) vaak regels gesteld in een Splitsingsakte of Huishoudelijk Reglement.

Door de Nederlandse Stichting Geluidhinder (NSG) wordt gepropageerd om in een Huishoudelijk Reglement de eis op te nemen dat na het aanbrengen van "harde" vloerbedekking, de geluiddemping minimaal verbeterd moet worden met +10 dB, 

Als harde vloerbedekkingen zoals parket en laminaat worden gelegd, worden er ondervloer worden toegepast, ter beperking van geluidsoverlast door contactgeluid. Niet alle ondervloeren zijn echter geschikt. Gebruik daarom ondervloeren met een certificaat (TNO, NSG, TÜV).
Op het certificaat staat voor welke soort vloerbedekking de ondervloer geschikt is en of deze geschikt is voor een betonvloer of een houten vloer. 
zie onder andere: NSG ondervloeren
Maar deze relatief dunne ondervloeren houden niet alle geluiden tegen .

Sommige fabrikanten adverteren met 20 dB ondervloeren. Deze (Europese) 20 dB waarde is echter een gemiddelde (Rw) waarde en wordt niet bepaald op de wijze zoals in Nederland gebeurd.
Zo kan het gebeuren dat deze "20 dB vloeren" naar de  Nederlandse beoordelingswijze maar 10 dB dempen.

Waarschuwing!!!
De 10 dB eis mag nooit in een Huishoudelijk reglement worden opgenomen als in de bouw al een zwevende dekvloer is aangebracht.

Share by: