De activiteiten van een bedrijf kunnen gevolgen hebben voor de directe omgeving en het milieu.
Voor 1 januari 2024 moesten bedrijven voldoen aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Dit wordt van af 1 januari 2024 geregeld in de Omgevingswet.
In de Omgevingswet zijn 26 bestaande wetten gebundeld. Dit betekent wel dat bestaande vertrouwde wetten van af 1 januari 2024 zijn verdwenen.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet ruimtelijke ordening, maar ook het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bouwbesluit zijn vervangen.
Omgevingsplan.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn daarom ook de regels over geluid uit het Activiteitenbesluit milieubeheer vervallen. Deze regels zijn verhuist naar een tijdelijk deel van het omgevingsplan van de gemeente. Elke gemeente heeft dan 1 omgevingsplan voor haar grondgebied.
Het omgevingsplan bevat de gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving.
Gemeenten moeten nu de regels voor geluid van bedrijven op hun grondgebied verplaatsen van het tijdelijk deel van het omgevingsplan naar een nieuw deel van het omgevingsplan.
Ook alle bestaande bestemmingsplannen moeten in dit nieuwe deel van het omgevingsplan zijn opgenomen.
Aangezien geluid typisch lokaal van aard is, is geluidsregelgeving gedecentraliseerd. Gemeenten kunnen hun geluidsregels in dit nieuwe deel van het omgevingsplan laten variëren per gebied en zelfs per activiteit. Hierbij moeten zij zich wel houden aan instructieregels van het Rijk. Maar de instructieregels laten flink wat ruimte voor eigen invulling.
Voor bedrijven op bedrijventerreinen kan de gemeente bijvoorbeeld zonder verdere motivering 5 dB ruimere grenswaarden stellen.
De gemeente kan er zelfs voor kiezen om, gelet op de aard of locatie van een activiteit, helemaal geen grenswaarden te stellen. Of juist strengere grenswaarden hanteren.
Concreet betekent dit dat de geluidsvoorschriften in het omgevingsplan op 1 januari 2024 overeen zullen komen met de regels uit het Activiteitenbesluit. Echter in de komende jaren kan en moet iedere gemeente nieuwe geluidsvoorschriften vaststellen, waarbij zij meer afwegingsruimte heeft.
Dit betekent dus dat de geluidsnormen per gemeente kunnen verschillen.